Tags

, ,

Open brief van Wendeline Roest-Lovers aan staatssecretaris van Rijn… die alles, maar dan ook alles zegt over de stand van zaken in de zorg en pijnlijk duidelijk de vinger op de zere plek legt. Ik vond deze brief zo intens, zo verdrietig, zo eerlijk, zo &%#@*&^* erg dat ik me schuldig heb gemaakt aan ordinair knip- en plakwerk.  Dit MOET door iedereen worden gelezen, want we krijgen er allemaal mee te maken…vroeg of laat…en dan moeten we maar hopen dat er naast ons bed iemand staat die zoveel liefde voor haar werk heeft als Wendeline

001_844_rb-image-1610973

Beste meneer van Rijn,

Ik hoor het mijn verpleegkundige docent nog zeggen: ” Als je denkt dat je met dit werk veel geld kunt verdienen, dan kun je beter gaan. Ben je bereid om offers te brengen? Om extra te werken als er zieken zijn? Ben je bereid om je lichaam zwaar op de proef te stellen? Ben je bereid om je sociale leven aan te passen op je werk? Ben je bereid om mooie momenten van je kinderen te missen? Als je hierop ‘nee’ moet zeggen of als je twijfelt, dan daar is de deur van het lokaal…. Ik heb jullie gewaarschuwd! Je zult hard, heel hard moeten werken en je beloning daarvoor is de glimlach van je zorgvrager. Niet meer en niet minder.”

15 jaar geleden starten we de dagdienst op 15 bewoners met 3 verzorgenden. Er was een voedingsassistente in de huiskamer die de hele dag het eten en drinken verzorgende, en er was iedere dag een activiteitenbegeleider aanwezig. Dagelijks was er ook huishoudelijke hulp, zij maakten iedere dag de bedden op of verschoonde deze en natuurlijk maakten ze schoon…. De zorg mocht écht zorgen voor de bewoners. We wasten ze, kleedden ze aan, hadden tijd op ze op te tutten, deelden de medicatie, verzorgden wonden en we brachten iedereen op tijd naar het toilet. Dát is wat we deden.

Als u het aan mij vraagt was dat de hemel op aarde…

Helaas veranderde dat. Kabinet na kabinet wilde bezuinigen, hervormen… plannen werden vooraf aangekondigd en verpleeghuizen speelden daar, vanzelfsprekend, alvast op in. Want dat werd verwacht. De zorgkosten werden veel te hoog.

We moesten efficiënter gaan werken. Er werd strikter gekeken naar hoeveel FTE’s we nodig hadden op het aantal bewoners. Contracten werden niet verlengd, helpenden, voedingsassistenten, huishoudelijke medewerkers, activiteitenbegeleiders… ik heb ze allemaal zien vertrekken. Ik heb zelfs in huizen gewerkt waar er helpenden uitgingen en die de kans kregen om zich om te scholen naar verzorgenden, want dat moest, de kwaliteit moest beter! 15 helpenden gingen er uit… er waren 5 scholingsplaatsen. 3 van de 5 werden ingevuld door een extern persoon. De verzorgenden en verpleegkundigen die achter bleven moesten ‘een stapje erbij zetten’. Want de hoge verwachtingen ten aanzien van de zorg bleven namelijk wél in stand.

Vaak werden de aangekondigden bezuinigingen gedeeltelijk weer teruggedraaid, maar helaas, het leed in de huizen was dan al geschied. Of had u écht gedacht dat al die plannen van al die kabinetten de werkvloer niet zouden treffen? Had u écht gedacht dat managers de bezuinigingen in de top zouden neerleggen?

In 2012 concludeerde hoogleraar Hamers van de universiteit in Maastricht het al: “Het verpleeghuis kan de hoge verwachtingen niet waarmaken en dat moeten we beseffen. de burgers moeten hun eigen verantwoordelijkheid nemen, dat is gewoon realiteit.”

In november 2014 reageerde u op de klachten die uw vader had over de zorg van uw moeder. Klachten die werden veroorzaakt door de bezuinigingen en hervormingen van al die kabinetten. De manier waarop het geregeld werd kon volgens u niet. Maar in eenzelfde adem wist u ook te vertellen dat het ‘geen kwestie van geld’ was en dat we de zorgvraag op een andere manier moesten gaan begeleiden.
En juist die ‘wantoestanden’ in de verpleeghuizen waren voor u de reden dat u de politiek in ging. U, die nog geen pleister heeft geplakt, nog nooit een dementerende eten heeft gegeven, heeft gewassen, of heeft verschoond. U werd staatssecretaris van volksgezondheid.

De familieparticipatie werd nog meer benadrukt. En wat zou het mooi zijn, familieleden die mee participeren in de zorg. Want als familieleden onderdelen in de zorg op zich willen nemen worden verzorgenden ontlast! Hé, dat is inderdaad geen kwestie van geld! Prachtig bedacht… door alle hogen heren in deftige pakken achter hun mooie bureaus. Er werd alleen een essentieel punt vergeten. De kinderen van onze bewoners die wij verzorgen, zijn zelf ook al oud, ze regelen de financiën en doen soms de was, het is al heel wat als ze een paar keer per week koffie komen drinken bij vader of moeder. De kleinkinderen en partners van onze bewoners hebben beide een baan en de zorg voor hun eigen kinderen. Dacht u echt dat ze stonden te springen om een paar uur per week vrijwilligerswerk te komen doen?? Ik ben al blij als ze zelf hun koffie in willen schenken!

Het werk wat onze lieve helpenden, activiteitenbegeleiders en voedingsassistenten deden, doe ik nu zelf. Oh! En niet te vergeten ook van mijn lieve collega verzorgende van wie het contract niet werd verlengd, want voor haar krijgen we niemand terug. Ik verzorg nu 7 mensen, ik zorg ervoor dat ze minimaal 2 x per week worden gedoucht. Ik maak bedden op en verschoon ze minimaal 1x per week. Ik zorg ervoor dat ze op tijd uit bed zijn, eten en drinken krijgen, hun dieet volgen. Ik stimuleer hen die zelf kunnen eten en wie het niet kunnen geef ik te eten. Ik zorg ervoor dat ze een fijn dagprogramma hebben wat aansluit bij hun specifieke beleving. Ik hou rekening met verschillende benaderingswijzen en kan inmiddels vrij snel schakelen daarin. Ik verschoon ze, laat ze op tijd rusten, en doe huishoudelijke taken. Ik ontvang familieleden en praat ze bij, want in een week tijd kan er toch veel veranderen met vader of moeder… Ik weet precies welke kinderen er bij welke bewoner horen, ik breng meer tijd door met hen dan met mijn eigen familieleden. Ik luister naar ze, naar hun eigen problemen en schenk maar weer eens een rondje koffie in. Ik let erop dat iedereen op de afgesproken dag en tijd naar de kapper of pedicure gaat. Ik deel meerdere keren per dag medicijnen en werk dagelijks dossiers bij. Ik registreer alles waarvan u wil dat het geregistreerd wordt in het zorgleefplan en ik ken alle protocollen die op mijn werk van toepassing zijn. En wanneer een collega ziek is, of een dienst kan niet ingevuld worden door personeelstekorten, doe ik dat alles óók op de woning waar zij eigenlijk stond…Als we wel de luxe hebben van een flexmedewerker, help ik haar de dag door. Ondertussen probeer ik ook nog de halfjaarlijkse mdo’s voor te bereiden en leerlingen te begeleiden, want daar is geen extra tijd voor. Over de verplichte vergaderingen, waarvoor we terug moeten komen, zullen we het maar niet hebben.

En nu ben u, meneer van Rijn, boos. Oké, u bent ‘not amused’. U noemt het onacceptabel dat het in een groot aantal verpleeghuizen niet goed gaat. Onacceptabel dat er fouten worden gemaakt, dat afspraken niet worden nagekomen, dat er niet voldoende gekwalificeerd personeel is… En u krijgt bijval vanuit verschillende hoeken. Andere politieke partijen vallen u bij. “Er is een zorgelijke situatie” en uw collega’s zijn “enorm geschrokken”. Volgens het NPCF klagen patiënten dat zij veel verschillende medewerkers aan het bed krijgen. Verpleeghuizen maken steeds meer gebruik van flexmedewerkers en stagiaires. Zij zouden dan weer niet voldoende kennis hebben van dementie. ( Ga er maar aanstaan als flexer of stagiaire, alleen op, gemiddeld, 7 mensen die je niet kent. Dan ben je blij als je iedereen uit bed hebt, dat ze ontbijt hebben gehad en hun medicijnen) Het LOC stelt terecht dat het systeem teveel centraal staat, maar tegelijkertijd vinden ze ook dat we zijn doorgeschoten in “de overmatige aandacht voor bingo en appeltaart”.

Lieve help, ik zou willen dat ik tijd had voor “overmatige aandacht voor bingo en appeltaart”!!

U vergeet, meneer van Rijn, dat deze situatie is ontstaan door u. Door het kabinet. U met al uw bezuinigingen heeft dit veroorzaakt. En nu bent u boos op ons omdat u iets niet goed heeft georganiseerd. En u mag boos zijn op ons, want u heeft immers een half miljard aan bezuinigingen op onze sector geschrapt. Bezuinigingen waarop al veel verpleeghuizen, terecht, hebben ingespeeld. En daarvoor had u natuurlijk wel wat mogen terug verwachten, toch? U wilt toch dat de aandacht uit gaat liefdevolle zorg en trotse medewerkers in verpleeghuizen? Ik citeer u: “De zorg voor onze ouderen en gehandicapten en het werk van hun verzorgenden zijn zeer waardevol. Zij verdienden onze volle steun. Daar gaan we door met de investeringen die vorig jaar zijn ingezet en zetten we een punt achter de bezuinigingen op de langdurige zorg.”

Volgens u doen wij ons werk niet. Wij, de zorg op de werkvloer, kunnen uw verwachtingen niet waarmaken. Meneer van Rijn, het is andersom. U doet úw werk niet, en u kunt ónze verwachtingen niet waarmaken!

Komende vrijdag begint uw zomerreces. U gaat genieten van 7 weken wel verdiende vakantie. Ik kan me voorstellen dat u dat nodig heeft nu wij er zo’n potje van hebben gemaakt met elkaar. En als u straks op vakantie bent, en 7 weken lang kan genieten van uw kinderen en vrouw, wilt u dan even aan ons denken? Het personeel in al die verpleeghuizen in Nederland? Want wij krijgen geen zomerreces. Veel van ons hebben maar 2 weken aan een gesloten vakantie in plaats van de, door het cao voorgeschreven, 3 weken. Dat komt omdat er geen geld is voor flexmedewerkers, vakantiekrachten en voldoende personeel. Voor ons als zorgmedewerkers zijn de zomermaanden dus kei en kei hard bikkelen. Weken waarin wij allemaal extra diensten zullen moeten draaien en waarin wij onze eigen partners en kinderen dus nog minder zullen zien.

Maar goed, we zullen niet klagen. Want onze ouderen verdienen de best mogelijke zorg.

Fijne vakantie!