Tags
aanleunwoning, afwijzing, CIZ, huisarts, huisbezoek, indicatie, inleeunwoing, logeerkamer, rollator, verzorgingsstaat, wachtlijst, WMO, woningzoekende, zorg
Na mijn brief aan het CIZ is er veel gebeurd. Het was een emotionele achtbaan. Ná de afwijzing van het CIZ kon mijn moeder verhuizen naar een logeerkamer in een verzorgingshuis in haar woonplaats. Wij -de kinderen- wisten niet zo goed hoe het nu verder moest.
Het CIZ had contact met mij gezocht en deze mevrouw kon ik bellen bij vragen. Dit was fijn, het gaf een stuk vertrouwen wat we nodig hadden. Het CIZ had ook contact gezocht met het verzorgingshuis met de vraag om -na observatie- opnieuw een aanvraag in te dienen.
Ondertussen moesten we ook andere mogelijkheden bekijken. Terug naar huis was niet mogelijk. In de kleine woning kon mijn moeder niet uit de voeten met een rollator en toiletbezoek was niet te doen. We raakten lichtelijk in paniek…
Een aanleunwoning kwam ter sprake. Maar daar kwam een ander probleem om de hoek: mijn moeder stond niet als woningzoekende ingeschreven. Mocht je dit lezen: trek hier lering uit en schrijf je in!! Jezelf en je ouders: doe het en snel…
De inleunwoningen zijn inkomensgebonden, een veel te hoge grens voor een generatie die nog niet aan pensioenopbouw deed. Je appeltje-voor-de-dorst is de spaarrekening, maar daar heeft de woningbouwvereniging geen boodschap aan.
De tijd tikte door…en 8 maart kwam dichterbij. Dit was de datum dat mijn moeder naar huis zou moeten. Onze volgende afspraak was het WMO-loket. Dit was een fijn en goed gesprek waar we enkele tips kregen. Maar ook daar konden ze verder niets voor ons doen. Pas als er -opnieuw- een afwijzing kwam, kwamen zij in actie. En taratata…dan kwam er eerst een wachtlijst in beeld.
De spanning bouwde zicht op, je voelt je zo machteloos en bent bang om opties over het hoofd te zien. Ik heb heel wat afgebeld en we werden steeds moedelozer. Begin februari ging de nieuwe aanvraag de deur uit en dat gaf veel spanning. All snel werd ik gebeld door het CIZ dat er een huisbezoek was gepland.
Over het huisbezoek kan ik zeggen, dat dat een fijn en integer bezoek was. De vragen werden gericht gesteld, er was veel geduld en respect naar mijn moeder toe. Met de belofte dat we binnen een week zouden worden gebeld over de uitslag, ging de mevrouw na een uur weg. Daarna was ik in de war, hadden we het goed verwoord, had ik het anders moeten formuleren, wat als het weer nee was…
Ik had een slapeloze nacht en kon in paniek raken wat ik mijn moeder moest vertellen als het antwoord weer negatief was. We -de kinderen- hadden moeder beloofd dat het goed zou komen. Konden we haar zo teleurstellen?
De volgende ochtend kwam het verlossende telefoontje….de indicatie werd afgegeven. Ik was er helemaal ondersteboven van en heb eens lekker gejankt. Wat een zorg minder, wat fijn dat onze moeder de zorg krijgt die ze nodig heeft.
Sinds deze week woont ze, na 5 1/2 maand, in het huis wat ze zo graag wilde, heeft een mooie kamer en zit tussen haar eigen spulletjes. Het moet nog tot haar doordringen, dat ze hier nu kan blijven wonen. Wij kunnen alleen maar dankbaar zijn…er komt rust in ons leven en weten dat onze moeder goed wordt verzorgd.
Mijn optimistische kijk op de zorg is heel erg veranderd. Het is in dit landje -verzorgingsstaat- op veel punten slecht geregeld voor (hoog)bejaarden. Ik dacht altijd dacht dat er een vangnet was, maar deze heeft veel te grote mazen waar je snel doorheen dondert en dan zonder de juiste zorg op de grond ligt. Letterlijk! Want tegen ons werd -na de eerste afwijzing- door WMO, Huisarts en Zorg gezegd dat moeder eerst weer moest vallen voordat de noodzaak werd ingezien. Wat moet je als bejaarde, als je geen kinderen ( meer) hebt? De gedachte dat heel veel mensen in de zorgelijke situatie zitten als wij de laatste maanden, is niet fijn en onverteerbaar. Voor ons is het een hele zorg minder…maar ik vind het verschrikkelijk voor de mensen die ook in deze situatie belanden en ik heb ontzettend met ze te doen.