*September ‘96
We gaan heerlijk op vakantie.
Ik ben 4 maanden geleden begonnen in een nieuwe baan, en nu gaan we naar Wales. Mijn man is hier geboren en opgegroeid. Hij is er ruim 30 jaar niet meer geweest. We willen er al lang naar toe, maar nu gaat het dus echt gebeuren.
Daarna door naar Liverpool, naar tante Maggie. Op vakantie in Groot-Brittannië en niet langs Maggie, ze zou je nooit meer aankijken!
Nu kan ook mijn linkerarm wat rust krijgen, want er zit een zeurende pijn in.
Waarschijnlijk overbelasting, want op mijn werk moet ik veel en zwaar tillen.
We hebben fantastische weken, en ik raak verliefd op Wales. Wat is het hier mooi!
*November ‘96
De arm blijft vervelend doen, en op een avond voel ik voor de zoveelste keer in mijn oksel. Ik verschiet van wat ik voel. Drie grote bulten zijn duidelijk aanwezig. De huisarts stuurt mij direct naar het ziekenhuis.
De chirurg laat een echo maken. Nieuwsgierig kijk ik mee op het beeldscherm.
Ik ben een leek op dit gebied, vindt alles interessant. Er verschijnen drie grote ronde vlekken op het scherm. De radioloog onderzoekt ook mijn andere oksel. Hier is niets te zien. Waarschijnlijk is het een infectie. Ik zoek een simpele verklaring.
Als bloemist snij ik wel zo’n beetje iedere dag in mijn vingers, verder ben ik een straffe nagelbijtster. Dit kan ook ontstekingen veroorzaken.
Ik voel me gerust, waarom zou IK tenslotte kanker hebben?
Dat is een ziekte die alleen anderen krijgen.
De chirurg vindt verder onderzoek noodzakelijk en er wordt onder narcose een aantal lymfeklieren verwijderd.
Op 14 november komt de uitslag… de chirurg is aangeslagen, maar geeft zo helder mogelijk uitleg. De knobbels zijn kwaadaardig, het zijn uitzaaiingen en het is nu van belang zo snel mogelijk de primaire tumor te vinden. Anders kan er geen behandelplan worden opgesteld. De rest van het gesprek gaat langs mij heen.
Er volgen weken van allerlei onderzoeken. Uitkleden wordt een veel voorkomende handeling. Ik heb nog nooit zo vaak met blote borsten voor volslagen vreemden gestaan en ik voel me er doodongelukkig onder. Ik beland in een wereld die mij onbekend is, die ik eigenlijk niet wil kennen. Gezichten staan zorgelijk en er is niemand die mij gerust kan stellen.
Ik heb kanker, maar waar de primaire tumor zit, blijft een raadsel. De kanker heeft zich goed verstopt in mijn lijf, en zolang deze niet wordt gevonden, kan er geen doelgericht behandelplan worden opgesteld.
Ik probeer balans te vinden, de angst niet te laten overheersen, en dat lukt me redelijk. Tot ik in de supermarkt ineens in paniek raak, ik weet bij de huisarts te komen en krijg valium. Het geeft mij wat rust, even stilte in mijn hoofd, want het dreunt en het dreunt maar;
JE HEBT KANKER JE HEBT KANKER JE HEBT KANKER
*December ‘96
De machteloosheid begint toe te slaan. Ik wil actie!!!Ik wil tegen de kanker gaan vechten, maar moet afwachten. In mijn lijf vreet ondertussen een tumor zich een weg. Vastberaden, hongerig en niet te stoppen!
Ik krijg ook een enorme honger, -honger naar kennis- en probeer zoveel mogelijk te weten te komen over mogelijkheden in behandelingen en prognoses. Het maakt mij sterk en geeft mij het gevoel actief tegen de kanker te strijden.
Ik wil zelf kunnen beslissen, zelf de verantwoording nemen voor de behandeling. Deze moet bij mij passen, anders houd ik het nooit vol. Ik wil achteraf geen spijt krijgen. Het is mijn lijf, mijn gevecht en mijn kanker!
Half december moet ik beslissen of ik mijn borst wil laten amputeren. De artsen zijn het niet met elkaar eens, de Antoni van Leeuwenhoek-dokter ziet niets op de foto, maar “mijn” chirurg wel. Er worden mij twee mogelijkheden voorgelegd: wel of geen amputatie…
Ik vraag een week bedenktijd en kies uiteindelijk voor amputatie van mijn borst. Het weefsel zal nauwkeurig worden onderzocht, want de chirurg vermoedt, dat de tumor zich hier verstopt. In het slechtste geval ben ik mijn borst kwijt, en wordt er niets gevonden. Maar ik heb vertrouwen in hem.
In de lingeriewinkel doen ze goede zaken. Nog nooit heb ik zoveel geld aan nachtkleding uitgegeven. Maar mag ik? Als ik toch een week in bed moet liggen, dan ook maar chic.
***

“Ja, hoe zal ik het zeggen…helaas mevrouw Dekker, het
ziet er niet goed uit. Het is kwaadaardig, kanker.
Een Adenocarcinoom met extradomale groei. Het zit ook in uw lymfe.
Alle klieren waren positief, dat betekent niet goed…”
….En ik? ik staar langs de dokter, weet zeker dat hij het niet over mij heeft.
Straks roept hij “grapje!” Kanker? ik? Belachelijk
“Helaas kunnen we pas ná Oud en Nieuw opereren.
De feestdagen, Kerst en zo, dan nemen we niemand op.
U wordt gebeld, fijne dagen evengoed hoor.”
En ik? Ik staar langs de dokter en wil maar 1 ding:
DIE TIJDBOM UIT MIJN LIJF.
Het liefst zo snel mogelijk.
Het worden de verdrietigste kerstdagen van mijn leven, Niks Feest
Straks moet ik naar huis, hoe vertel je zoiets in Godsnaam aan je kinderen?
Luud ligt in het ziekenhuis, net nu ik hem zo hard nodig heb.
Bange ogen, mijn kinderen huilen, kanker is dood
En ik? Ik ben sterk, maar in het donker komen de tranen
…en de beschermende armen van mijn zoon, die mij hoort huilen
“…en dan moet u nog langs de Internist,
en een echo, en een botscan, thoraxfoto, bloedprikken en een mammografie.
En voor de zekerheid ook langs de Gynaecoloog.
U krijgt zeker chemo, en bestraling, en hormoontherapie.
Amputatie is nodig, anders redt u het niet.”
En ik? Ik staar langs de dokter, waar hééft die man het toch over
“ik zal u een machtiging geven, dan kunt u alvast een pruik regelen.
Uw haar komt wel mooier terug.”
De doker lacht me toe: “u krijgt krullen”
En ik? ik staar langs de dokter en bedenk wat een geluksvogel ik ben, eerst
al kanker en nu ook nog krullen!
Bofkont!
***

Gelaten onderga ik alle onderzoeken, zie begripvolle ogen.
Dagen zijn gevuld met ziekenhuisbezoeken.
Spanning, veel spanning.
Mijn lever is goed, longen zijn schoon, botten prima……
En ik? ik staar langs de dokter en geloof er niets van.
In mijn lijf zit Pacman, en die eet rustig door.
Pacman heeft schijt aan alles en iedereen!!!
***

Afscheid 2-1-1997 7.00 A.M.
Spiegelbeeld. Nog 6 uur. Amputatie. Dag Borst.Je moet weg, je hebt mij verraden, je bent kwaadaardig.
Waarom? Je hebt mijn kinderen gevoed, je bent gestreeld, gekust, gekoesterd.
Ik hou mijn hand voor je, hoe zal het zijn zonder jou?
Mijn ogen verlaten mijn spiegelbeeld en dwalen naar beneden.
Werd het maar nooit later, was het alvast maar morgen.
Ik kan mij niet meer herinneren wanneer je in mijn leven kwam,
maar het afscheid zal me altijd bijblijven.
Dag Borst, ik zal je missen……………
***
Lees hier het vervolg